Apothekersvereniging KNMP adopteert namen van Joodse apothekers |
17-10-2017 |
Door: Marga Beesemer en Jan Trooster
De apothekersvereniging KNMP gaat bijdragen aan de realisatie van het Holocaust Namenmonument door de namen te adopteren van de Joodse apothekers die slachtoffer zijn geworden van de Holocaust.
Hiermee wil de KNMP de ruim 30 omgekomen Joodse apothekers eren en herdenken.
Eén van deze apothekers was Ephraim Izaäk Levie Rosenbaum (Hij werd altijd EIL genoemd) van apotheek Rembrandt in Amsterdam. Deze apotheek was sinds 1922 gevestigd in een pand op de hoek van de Nieuwe Herengracht 1 en de Amstel. Apotheek Rembrandt werd eerst gehouden door Dr. E. J. Swaab en voor de oorlog werd de apotheek overgenomen door EIL Rosenbaum.
Hij trouwde met Johanna Frederika Suzanna (Jo) Zion en zij kregen twee kinderen: Betty, 7 augustus 1941, en Izak Michel Max (Maxje), 19 januari 1943.
Begin 1943 wilde EIL met zijn gezin onderduiken, maar de Joodse Raad drong er bij hem op aan dat hij in Amsterdam bleef.
De Joodse Raad van Amsterdam vond dat Rosenbaum als apotheker van groot belang was voor de Joodse samenleving in de stad. En hij bleef: “zolang er nog Joden in Getto Amsterdam wonen moet ik medicijnen klaar maken“, stelde hij. Hij zorgde er wel voor dat Jo, Maxje en Betty konden onderduiken, al snel na de geboorte van Maxje.
Jo en baby Maxje vonden onderdak in Neede. Ze werden verraden door een Nederlander die daarvoor zogenaamd ‘kopgeld’ ontving. Kopgeld was een premie die de Nazi's betaalden voor iedere Jood die opgepakt kon worden en bedroeg 7,50 gulden per persoon. Op deze wijze bespaarden de Duitsers zich veel moeite doordat ze Nederlanders het werk lieten doen. Nadat Jo en Maxje gearresteerd waren is er nog geprobeerd om ze uit de gevangenis te halen, maar Jo was de onderduik en het vluchten moe en had daar geen energie meer voor.
Zij werden via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en daar op 2 april 1943 vermoord.
Voor Betty werd een onderduikadres gevonden in Eibergen, zij overleefde de oorlog, emigreerde in de jaren 60 naar Israël en kreeg vier kinderen en zes kleinkinderen.
Vader EIL werd ook opgepakt, aangezien hij als apotheker met alcohol moest werken, en dit was niet toegestaan. Hij werd naar concentratiekamp Vught gezonden en daarna via Westerbork naar Sobibor gestuurd met het achtenvijftigste transport dat uit 1166 mensen bestond. Hij werd in Sobibor vermoord op 23 april 1943.
Slechts één verhaal, één gezin, één gewone apotheker uit Amsterdam, ter illustratie van het enorme leed dat vele onschuldige mensen is aangedaan.
Op het Holocaustnamenmonument komen de namen te staan van de 102 duizend Joden en 220 Sinti en Roma die vanuit Nederland zijn vervolgd en gedeporteerd, en van gedeporteerde Nederlandse Joden die in andere landen woonden. Voor hen is geen graf. Iedere naam wordt gegraveerd op een steen, zodat er een plaats is om ze te gedenken. Uit al deze stenen wordt het monument opgebouwd.
Het Holocaustnamenmonument is een initiatief van het Nederlands Auschwitz Comité. Het zal in 2018 worden onthuld aan de Weesperstraat in Amsterdam. Het prachtige
ontwerp door de Pools-Joodse architect Daniel Libeskind is op 16 december 2016 gepresenteerd en kunt u via deze link bekijken.
Iedereen die dat wil kan individueel, met een bedrijf of met een groep, bijdragen door een donatie te doen van 50 euro per naam.
Bron van het verhaal over apotheker Rosenbaum: www.joodsamsterdam.nl en mevrouw Betty Kazin-Rosenbaum.
Terug