Het verhaal achter de adoptie van 166 namen |
25-06-2024 |
Walter van Rossum, hoofdredacteur Auschwitz Bulletin, in gesprek met Henk en Harmke Brinksma.
Henk: Het begon toen we hoorden van het Namenmonument. Wij wilden hieraan bijdragen en besloten een naam te adopteren. We hebben toen gezocht op de naam Van Beetz. Lou van Beetz was een medestudent van Harmke op de Pedagogische Academie in 1976.
We vonden de naam Esther van Beetz. Een meisje van 9 jaar, vermoord in Auschwitz op 7 juli 1944. Een paar jaar later kwam ik, bij het opruimen van het archief van de winkel, in verband met de aanstaande verkoop, ordners tegen van mijn grootvader.
Die ordners bevatten facturen van Joodse- en niet Joodse leveranciers van voor de oorlog. Facturen uit onder andere 1927,1933,1940. Eén van die facturen was van de familie Frank uit Groningen. De naam Frank naam kende ik vanuit verhalen van mijn familie.
Zadok Frank had namelijk aan het begin van de oorlog aan mijn grootvader geld in bewaring gegeven. Daarnaast wist ik, uit de verhalen, dat zijn vrouw en twee dochters de oorlog hebben overleefd. Na de oorlog heeft mevrouw Frank, het in bewaring gegeven geld terug gekregen.
Henk: De naam Frank uit Groningen was mij dus bekend.
Ik ben op internet gaan zoeken en kwam erachter dat Zadok Frank in Auschwitz is vermoord op 10 september 1943. Zo ontstond het plan om ook zijn naam te adopteren.
Maar dan ga je verder zoeken en kom je erachter dat eigenlijk de hele familie in het bedrijf werkzaam is geweest. Zowel zijn broers Elkan en Simon als ook zijn zussen. Toen heb ik hun namen ook geadopteerd.
Harmke: Toen je de mappen met deze oude facturen vond, had je het gevoel van “Hier moet ik iets mee”. Want waarom zijn alle ander mappen er niet meer en zijn juist deze bewaard gebleven. Daar is waarschijnlijk een reden voor.
Henk: Het adopteren van de namen is eigenlijk een blijk van erkentelijkheid van mij aan de Joodse families. Zonder deze Joodse leveranciers was de zaak van mijn grootvader misschien niet zo groot geworden als uiteindelijk het geval was. De achterliggende gedachte was dat een mens pas vergeten is als zijn naam niet meer wordt genoemd.
Henk: Ik realiseerde me dus dat alle familieleden van de familie Frank een bijdrage in de firma Frank hadden geleverd. Toen ik verder zocht naar Zadok zijn broer Simon, kwam ik erachter dat de vrouw en kinderen van Simon ook in Auschwitz vermoord zijn.
Het was voor mij onmogelijk om ergens een lijn te trekken. Als ik Simon’s naam ging adopteren, moest ik ook de namen van zijn vrouw en kinderen adopteren. Ze zijn allemaal op dezelfde dag op transport gegaan naar Auschwitz.
Nogmaals, het was voor mij onmogelijk om te beslissen van welke familie wel de namen te adopteren en van welke familie niet. Met de familie Frank kwam ik geloof ik op 37 namen. Daarna ben ik doorgegaan met onderzoek naar de andere Joodse leveranciers. Hoe meer ik mij erin verdiepte, hoe meer betrokken ik raakte. Als je dan opeens de namen van kinderen ziet, kinderen van drie jaar, vier jaar, een kindje van elf maanden…Of een familie waarvan iedereen vermoord is… dat grijpt je naar je strot…
Daarom heb ik het ook wel eens een paar maanden aan de kant gelegd. Zo van, nu even niet, het wordt me gewoon te veel.
Het ging voor mij voelen als een soort van verplichting om door te gaan… Een verplichting weliswaar, die ik mezelf had opgelegd. Die verplichting was ik nog niet nagekomen en daarom heb ik het weer opgepakt. Ik heb toen uiteindelijk nog 120 namen gevonden en geadopteerd.
Henk: De geschiedenis van een aantal families van leveranciers had ik nog niet uitgezocht.
Dat heb ik dit jaar gedaan en er zijn nog zo’n veertig namen bijgekomen. In totaal zijn het nu 166 namen.
Henk: Ik heb nog steeds een aantal facturen liggen, waarmee ik op dit moment niet verder kom.
Ik ga nog een keer naar het Nationaal Archief of naar het Gemeentearchief in Amsterdam om daar verder onderzoek te doen. Het kan dus zijn dat er nog meer namen naar boven komen.
Harmke: Ik kende ook het verhaal van de familie Frank vanuit de familie van Henk.
Maar er is nog een mooi verhaal. Jaren later, in de jaren ’70, kwam er een jeugdorkest uit de zusterstad Rishon LeZion in Israël naar Heerenveen. De begeleiders en kinderen werden ondergebracht bij logeeradressen, zo ook bij de ouders van Henk. Een goede vriend van de vader van Henk, Jan de Jong, zat in de organisatie van het hele gebeuren.
Jaren later vliegt Jan na een bezoek aan Israël, vanuit Tel Aviv naar Amsterdam. Naast hem zit een dame die aan hem vraagt waar hij vandaan komt. Hij antwoordt: ”Uit Heerenveen.” Zij vraagt “Kent u dan de familie Brinksma ook?” Jan antwoordt: ”Jazeker, Alex Brinksma is een goede vriend van mij.” De dame blijkt Sarah Frank te zijn, de dochter van Zadok Frank. Ze gaf haar telefoonnummer. Mijn schoonvader heeft helaas nooit contact met haar opgenomen.
Toen wij later het telefoonnummer kregen was het te laat. Drie dagen voordat wij belden, was zij overleden op 8 februari 2015, 102 jaar oud.
Henk: Ik ben opgegroeid met de obsessie die mijn vader had door de oorlog. Mijn grootouders hadden onderduikers. Als de bel ging was er angst… Mijn grootouders hadden twee winkels in die tijd. Om de tewerkstelling van zijn twee oudste zonen te voorkomen, werd de oudste zoon eigenaar van de winkel in Meppel en de andere zoon van de winkel in Heerenveen. Mijn vader was nog te jong en is daardoor de dans voor een tewerkstelling ontsprongen.
In de boekenkast van mijn vader stonden voor het overgrote deel boeken over de tweede wereldoorlog en de Holocaust. Mijn vader had sympathie voor het Joodse volk vanwege het leed en het grote onrecht wat hen is aangedaan in de oorlog. Hij had een gruwelijke hekel aan onrecht.
Toen je vader nog leefde, wist je toen dat hij dat archief had?
Henk: Ja, ik wist wel dat er een archief was, maar daar had ik me nooit in verdiept. Dus van deze specifieke ordners wist ik niets.
Eigenlijk heb je het archief van de oude facturen nooit met je vader kunnen bespreken.
Of over kunnen praten in de zin van Pa, waarom heb je dat bewaard?
Henk: Nee, mijn grootvader heeft ze om een of andere reden bewaard. En mijn vader heeft ze later ook niet vernietigd en ze netjes in de twee ordners later zitten. Maar waarom? Het waarom blijft een waarom. Maar alles gebeurt voor een reden. Dus aan mij de taak om er voor te zorgen, dat deze facturen, met de namen van de Joodse leveranciers, ook voor de toekomst bewaard blijven.
....................
Iedereen kan bijdragen aan het Namenmonument. Kies de manier die het beste bij u past.
Steun ons >>