Realisatie Holocaust Namenmonument staat los van restitutie erfpachtgelden |
18-02-2014 |
De realisatie van het Holocaust Namenmonument Nederland is niet afhankelijk van eventuele restitutie van erfpachtgelden. Zo’n bijdrage zou welkom zijn, maar ook zonder deze specifieke steun kan het Holocaust Namenmonument gerealiseerd worden.
In een artikel van 14 februari met als kop ‘Erfpachtgeld voor Namenwand’ schrijft het NIW dat burgemeester Van de Laan van Amsterdam heeft voorgesteld eventueel overschietende erfpachtgelden deels te doneren aan het Holocaust Namenmonument. De krant citeert een woordvoerder van de burgemeester die zegt: ‘Mocht er geld overblijven dat niet aan nabestaanden kan worden uitgekeerd, dan zou Amsterdam kunnen denken aan het ondersteunen van initiatieven als de Namenwand van het NAC en het Sjoa-museum van de Hollandsche Schouwburg’
In maart 2013 kwam aan het licht dat de Gemeente Amsterdam Joodse slachtoffers na de Tweede Wereldoorlog aanslagen en boetes heeft opgelegd voor tijdens de oorlog niet betaalde erfpacht. Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) voert nu een onderzoek uit om te bepalen om hoeveel geld het gaat. Op basis daarvan kan worden bepaald hoeveel geld aan nabestaanden zal worden teruggegeven.
Net als destijds bij de compensatie van Joodse tegoeden (de Maror-gelden) is te verwachten dat een deel van de te restitueren erfpachtgelden niet aan nabestaanden kan worden uitgekeerd. Dat deel zal ten goede moeten komen aan de Joodse gemeenschap in brede zin. Een donatie daaruit aan het Holocaust Namenmonument is uiteraard meer dan welkom, maar is geen voorwaarde voor realisatie ervan.
Terug