Stenen die beroeren: Het Holocaust Namenmonument |
03-05-2022 |
Robert-Jan de Kort bezocht met zijn gezin het Amsterdamse Namenmonument, ontworpen door Studio Libeskind. De ontwikkeling van het monument heeft uiteindelijk vijftien jaar geduurd van plan tot opening, maar het monument doet wat het moet doen. Het bezoek zorgt bij het gezin van Robert-Jan voor beroering, verstilling en een belangrijk gesprek.
Hieronder een aantal treffende alinea's uit zijn verslag. Het volledige verslag en meer foto's vindt u op de website van Archined.
Bij benadering vanaf de Weesperstraat doemen op een zeker moment de hoekige spiegelende volumes op. Ze maken nieuwsgierig en nodigen uit om naderbij te komen. Dit spectaculaire effect lost geleidelijk op en bij het monument aangekomen nemen de bruine bakstenen muren de hoofdrol over. De muren liggen iets verdiept ten opzichte van de straat. Het afdalen vormt een mooie overgang van de drukte van de Weesperstraat naar de meer besloten sfeer van het monument. De labyrintische opzet van de wanden nodigt vervolgens uit om op ontdekkingstocht te gaan. Het symbolische uitgangspunt dat de wanden letters vormen, is door Libeskind aangewend voor de architectonische beleving. De hoekige, geknikte vormen van de Hebreeuwse letters maakt dat het monument een sequentie is van verschillende ruimtes. Op sommige plekken ben je als bezoeker echt binnen, en op sommige punten opent de ruimte zich juist. Dit afwisselend openen en omsluiten maakt dat het heden van de stad, van de voorbijrazende auto’s op de Weesperstraat tot het groen van het Weesperplantsoen erachter, nooit ver weg is. Af en toe verschijnen fragmenten van gebouwen en bomen uit de omgeving via de spiegelende vlakken boven mijn hoofd. Heden en verleden verhouden zich hier in steeds wisselende perspectieven tot elkaar.
Eenmaal tussen de wanden wordt het oog gericht op de zee van namen. De bakstenen hebben allemaal een net iets andere tint wat de individualiteit van de namen versterkt. De stenen zijn recht boven elkaar gemetseld waardoor de namen in strakke rijen staan opgesteld. Op een aantal plekken zijn witte kiezelstenen neergelegd. Deze kunnen door bezoekers bij de namen gelegd worden, hetgeen een Joods gebruik is.
De namen zijn geordend op alfabet, waardoor de families bij elkaar staan. Het ontwerp zet je aan om de stenen aan te raken. In de documentaire wordt dit ontroerende moment, beleefd door Jacques Grishaver, mooi in beeld gebracht. Zo biedt het monument een gedenkplaats voor die bezoekers die de vermoorde mensen nog hebben gekend, of eraan verwant zijn. Ondanks dat mijn gezin en ik geen verwanten hebben tussen de namen had ook ik direct de neiging om de stenen te beroeren. Ik voelde een combinatie van medeleven en onthutsing. Het is dit gevoel dat het meest beklijft.
Per steen staat de geboortedatum en de leeftijd van de omgebrachte persoon vermeld, variërend van enkele maanden tot bejaard. Dat ontgaat ook mijn kinderen niet. Zo komt het dat ik ineens aan mijn 7-jarige zoon sta uit te leggen wat een Jood is en waarom deze mensen destijds gedood zijn. Ook moet ik uitleggen dat het Duitsers waren die dit, opgedragen door hun ‘bazen’, uitvoerden en dat onze Duitse neefjes hier niks mee te maken hebben. Niet gemakkelijk, maar wel heel belangrijk. De boodschap komt echt binnen, vooral wanneer we een steen vinden met de naam van een meisje dat maar 5 maanden oud geworden is. Mijn zoon: “Die wist niet eens dat ze Joods was.” Nog tot dagen na ons bezoek kwam mijn zoon hierop terug, zo’n indruk had het op hem gemaakt.
De aanwezigheid van de namen is onmisbaar voor de beleving van het monument. Ter vergelijking moet ik denken aan het immense holocaust monument in Berlijn dat alle Europese slachtoffers herdenkt. Architect Peter Eisenmann ontwierp een grid van rechthoekige kolommen waartussen de bezoeker kan dwalen, maar waarop geen namen of enig andere expliciete tekstuele verwijzingen naar de holocaust zijn aangebracht. Het abstracte monument heeft een hoge grafische kwaliteit. Wie de plek kent weet dat het monument dermate fotogeniek is, dat bezoekers er selfies nemen en lol hebben. Zelf heb ik me daar ook schuldig aan gemaakt toen ik het kort na de opening in 2006 bezocht. Toen ik er een paar jaar later een tweede keer kwam, hingen er bordjes die in strenge bewoordingen wezen op het feit dat het een monument was en dat frivool gedrag niet gepast was.
.....................
Robert-Jan de Kort is architect en criticus. Sinds 2005 schrijft hij over architectuur.
U vindt het vollegide verslag en meer foto's op de website van Archined
Terug