Maurice Sjouwerman |
11-05-2020 |
Mijn broertje Leo
De eerste levensjaren van Leo werden gekenmerkt door een wereld die moeite had hem te accepteren. Vooral zijn moeder, onze moeder moet ik, zijn drie jaar oudere broer Maurice zeggen, zou, vanaf de geboorte van Leo, hem als een onwelkome aanvulling van het gezin beschouwen. Waarschijnlijk was een tweede kind niet zo gewenst op dat moment, al zag een paar jaar later ons zusje Mariette het levenslicht en werd een vierde kind, Gustav, in 1939 geboren, ter adoptie afgegeven. Dat ik nog een broertje bleek te hebben, daar kwam ik pas jaren later na de oorlog achter.
Leo wekte constant ergernissen bij zijn moeder op en wel zodanig, dat hij voor vrij onschuldige vergrijpen gestraft werd. In de hoek staan met zijn handen omhoog, die hij dan niet mocht laten zakken, geen eten en soms werd er wel eens een tik uitgedeeld.
Hoewel mijn verhouding met mijn moeder ook niet erg warm was, bleef de behandeling die Leo onderging mij bespaard. Het maakte dat Leo een teruggetrokken jongetje werd die trachtte zich zo onzichtbaar mogelijk te gedragen.
Onze vader, die het huis had verlaten, was een relatie aangegaan met een vrouw uit Brussel, Yvonne genaamd. Hij besloot toen om Leo bij zijn moeder vandaan te halen, wat voor Leo een bevrijding moet zijn geweest. Zeker toen Yvonne erg op hem gesteld bleek te zijn. Soms verbleef ik wel eens een tijdje bij hen en zag dan hoe Leo veranderd was in een levenslustige vrolijke jongen die dol op Yvonne was. Zijn geluk zou echter maar van korte duur zijn.
In januari 1939 overleed onze vader in een Luiks hospitaal aan de gevolgen van hersenvliesontsteking.
Zo kwam men plotseling met Leo voor een groot probleem te staan. Yvonne die zeer bereidwillig was de zorg van Leo op zich te nemen, kon echter, niet getrouwd zijnde met mijn vader, geen rechten op hem laten gelden, waardoor ze node verplicht werd afstand van hem te doen. Terug naar zijn moeder was geen optie, dat kon men hem niet aandoen.
Zo werd de familie Sjouwerman in Nederland voor een oplossing benaderd. Hoe dat allemaal gegaan is, is voor mij, die pas maanden later vernam dat mijn vader overleden was, niet te achterhalen.
Uiteindelijk werd de, in Den Haag woonachtige joodse oudtante Marie (Mirjam) Rudelsheim-Baruch, zuster van onze oma Sjouwerman, bereid gevonden de zorg van Leo op zich te nemen. Omdat ik de enkele keren dat Ik bij haar in Den Haag was om Leo te bezoeken, nooit de aanwezigheid van een man had opgemerkt, ging ik er vanuit dat ze alleenstaand was, wat niet zo bleek te zijn. Ze was zelfs drie keer getrouwd, na van haar eerste man Jacob Jacobs te zijn gescheiden met Philip Dikker en daarna met Jacob Rudelsheim.
Het was een oplossing die er vanaf het begin zeer gunstig uitzag. Ook omdat Leo, die zich wel weer moest aanpassen, en Tante Marie gelukkig erg snel op elkaar gesteld zouden raken, al zou hun samenzijn toch op een tragedie gaan uitlopen.
In mei 1940 brak de tweede wereldoorlog uit en werd Nederland door de Duitsers bezet. Een bezetting die in het begin weinig onrust teweeg bracht, wat vooral begin 1942 zou gaan veranderen, toen geleidelijk, voor joden rigoureuze vrijheidsbeperkingen, werden opgelegd. Geen ambtelijke functies meer, avondklok, straatverboden, geen gebruik van openbaar vervoer of theaters bezoeken en de verplichting een ster te dragen.
Leo, en ik, die in Amsterdam bij mijn oom en tante was ondergebracht, zouden gevrijwaard blijven van deze maatregelen, ook van het dragen van een ster en konden gaan en staan waar we wilden.
Een bevoorrecht privilege dat alleen aan personen werd toegestaan die aan bepaalde voorwaarden voldeden, wat voornamelijk gold voor gemengd gehuwde echtparen en hun kinderen.
Onze vrijwaring was het gevolg van de stelregel die de joden zelf handhaafden, dat je geen jood was als je moeder niet joods was, wat door de Duitse bezetter werd overgenomen en zodoende voor Leo en mij die vrijheidsbeperkingen niet golden. Onze ouders waren gemengd gehuwd, een joodse Hollandse man met een Belgische Vlaamse vrouw van Katholieke huize.
Dus droegen we geen ster, konden we ons vrij bewegen en ik kreeg zelfs op vijftienjarige leeftijd een persoonsbewijs waar voedselbonnen aan verbonden waren.
Dat onze moeder al haar kinderen bij hun geboorte had laten dopen, zodat ze als Katholiek te boek stonden, gaf ons extra bescherming. Of mijn vader daar ook een stem in gehad heeft, weet ik niet, wel dat we meestal in Belgiƫ op katholieke scholen zaten waar bijbel lessen en kerkbezoeken bij hoorden. Op mijn negende keerde in de kerk de rug toe, maar Leo en Mariette bleven trouwe kerkbezoekers.
Ik woonde in Amsterdam bij het joodse gezin Van Dijk, die me door allerlei omstandigheden in 1939 liefdevol in hun gezin hadden opgenomen. Het was een joods gezin, bestaande uit oom Ies van Dijk, zijn vrouw, Jetty Sjouwerman, mijn tante en zuster van mijn vader, en de twee zonen Arnold (Nolly) van mijn leeftijd en de paar jaar jongere Maurice (Riesje). Samen bestierden mijn oom en tante een druk bezochte dameskapperszaak met bovenwoning in de Sarphatistraat 95.
Tijdens de bezetting hadden Leo en ik, behalve het eerste jaar, weinig tot geen contact meer met elkaar. Tot eind 42 in de Sarphatistraat ons het droeve en schokkende bericht bereikte dat tante Marie en Leo tijdens een razzia waren opgepakt en op transport waren gesteld naar toen nog onbestemde bestemmingen. Het maakte me verdrietig en ik begreep het niet, dacht dat hij net als ik geen gevaar liep.
Mijn oom wond zich nogal op, omdat hij vond dat tante Marie haar plicht had verzaakt, omdat ze Leo niet op tijd in veiligheid had gebracht en geen gebruik had gemaakt van de beschermende status die Leo en ik hadden. Of kon tante Marie de gedachte niet aan, dat ze van Leo werd gescheiden? Het blijven speculaties, de ware toedracht zullen we nooit te weten komen.
Mijn oom verzekerde me plechtig dat hij er voor zou zorgen mij dat niet te laten overkomen. Hij vond de familie Linneman, die ik via een schoolvriendje kende en betrekkelijk dichtbij in de eerste Boerhaavestraat 9 woonden, bereid mij onderdak te verlenen in geval hen iets mocht overkomen. Op 26 mei 1943 werd het gezin van Dijk tijdens een grootscheepse razzia uit hun huis gehaald en al op 11 juni in Auschwitz vermoord.
Vanaf dat moment was ik het vijfde gezinslid van de familie Linnemann, waar, behalve mijn vriendje Ben van mijn leeftijd, de nog een paar jaar jongere zoon Rinie, tot het gezin behoorden. Ik zou de oorlog probleemloos doorkomen en bij de familie Linnemann verblijven, tot ik in 1953 in het huwelijk trad.
Het laatste contact met mijn moeder moet ergens heel in het begin van 1939 zijn geweest en daarna niet meer. Tijdens de oorlog kon ik me dat nog wel begrijpen, maar toen die afgelopen was, kwam ik via mijn enige oom die in Belgiƫ woonde en de oorlog had weten te overleven, oom Joop een broer van mijn vader, te weten dat mijn moeder niet meer in Antwerpen woonachtig was, maar naar Londen was verhuisd en getrouwd was met een Engelse ex-militair. Daar bleek ze kennis mee gemaakte te hebben tijdens de bevrijding van Antwerpen door de geallieerden.
Meer informatie kreeg ik pas later van mijn zusje Mariette, die een tijdje wat contact met mijn moeder heeft gehad en die haar zelfs een keer in Londen had bezocht, echter wel onder de voorwaarde dat ze zich als haar nichtje zou voordoen en niet als haar dochter. Volgens Mariette hield ze daar haar verleden verborgen met de leugen dat ze kinderloos was. Hoe zo iets mogelijk is geweest, is mij een raadsel. Van mijn moeder heb ik alleen maar wat fotootjes en een officieel, door een notaris opgemaakt document, waarin staat dat ze afstand doet van al haar kinderen en ook van haar rechten als moeder.
Wat ik me afvraag is, of ze in haar nieuwe leventje haar kinderen allemaal uit haar geheugen gewist heeft. Mijn moeder, die ik eigenlijk niet zo goed gekend heb, zal voor mij een groot raadsel blijven.
Hoe ouder men wordt, hoe meer verleden men krijgt om te overpeinzen en ik ga dan soms met grote tussenposen terug in de tijd en laat dan de negatieve ervaringen, afgewisseld met mooie herinneringen, aan me voorbij gaan, waar ook Leo altijd in mijn onderbewustzijn ergens aanwezig is.
Zo vraag ik me soms af hoe Leo, aan de hand van tante Marie, in die laatste minuten zijn noodlot tegemoet trad en of ze zich bewust waren van wat er stond te gebeuren. Bij die gedachten blijf ik echter niet te lang hangen, de beelden die ik er dan bij krijg, zijn onverdraagzaam.
Dan herinner ik me liever de vrolijke, levendige Leo die me vooral zijn uitbundige blijdschap toonde als we weer eens herenigd waren.
Soms fantaseer ik een beetje hoe het had kunnen zijn, als het geluk Leo wat meer had toegeschenen, geluk dat hem helaas ontbeerd werd.
Maar nu komt er dan dat gedenkteken, wat nog niet gereed was toen ik dit schreef, vlak bij waar eens veel familieleden van me woonden, het Holocaust Namenmonument.
En daar, tussen die 102.000 medeslachtoffers, komt een steen waarop de naam van Leo Sjouwerman zal staan, een tastbaar bewijs van zijn bestaan. Op de hoogte zijnde dat dat monument er zou komen, dacht ik er ook over na of ik een naam zou gaan adopteren, uiteraard die van Leo. Echter onze twee dochters, Lucienne en Monique, waren me voor. Op mijn eenennegentigste werd ik door hun op mijn verjaardag blij verrast met het geschenk, waarmee ze me zeer gelukkig hebben gemaakt, de adoptie met het certificaat van Leo.
Als het monument voltooid is zullen we ons uiteraard met meerdere familieleden naar Amsterdam begeven, om het eindresultaat van het monument te gaan bezichtigen en om behalve naar Leo, ook naar andere namen te zoeken.
Maurice Sjouwerman
----------------
Iedereen kan bijdragen aan het Namenmonument. Kies de manier die het beste bij u past.
Bouw mee >>
Je kunt zelf namen kiezen of de computer een naam laten kiezen.
Doneren via naam adoptie >>
- - -
De Holocaust ligt inmiddels ruim 75 jaar achter ons. Toch voelen veel mensen, ook van jongere generaties, nog altijd de gevolgen van die afschuwelijke tijd. De verschrikkingen van de Holocaust en het gemis van familieleden, vrienden en bekenden werken op verschillende manieren door in het leven van velen. In reactie op onze oproep Wat is jouw verhaal? vertellen mensen hier over.
Jouw verhaal delen? >>
- - -
Het slachtofferregister van Oorlogsgravenstichting
(link opent in nieuw venster)
- - -
Digitaal Joods Monument
(link opent in nieuw venster)
- - -