Odette Schoonenberg |
04-02-2014 |
Openlijk mijn naam hier schrijven, voelt al bijna als een bevrijding. Dat is dan ook gelijk de dubbele laag die je een levenlang met je meedraagt…
Ik ben naar ik vermoed de jongste van de tweede generatie. Dat wat voor velen zo ontzettend lang geleden lijkt, is eigenlijk nog heel erg dichtbij.
Als ik een jongen zou zijn geweest, dan had ik Bernard geheten. Of Berrie, net als hij. Mijn moeder was 3 jaar oud toen de oorlog uitbrak, haar neefje Bernard ook.
Samen met haar beide zusjes en haar ouders, overleefde zij Theresienstadt, waar zij na eerst naar Westerbork te zijn gebracht, uiteindelijk terecht kwamen. En niet voor niets, want een goede vriend van mijn grootouders had hen ingeschreven bij de kerk, als ware zij gedoopt. Alle zeven zusjes van mijn oma en hun kinderen trof een ander lot. De hel die Auschwitz heet.
Vlak voor het einde van de oorlog werden mijn moeder, haar zusjes en haar ouders naar Zwitserland getransporteerd. De nazi's hadden medicijnen nodig naar verluidt en ruilden die met de Zwitsers tegen mensen. En zelfs daar, na al die kampjaren, werden de kinderen gescheiden van hun ouders…
En Berrie? Ze heeft hem haar levenlang gezocht. Toen ik 21 was ging ik naar Yad Vashem. Uren, dagen in de bibliotheek. Ze wilde zo graag weten of het waar was, of haar lievelingsneefje niet per ongeluk toch nog in leven was. Je hoorde immers vaak van die verhalen, mensen die hun zoon per toeval in Israel ontmoeten, of via via. En ja, na de oorlog konden er in de registers toch ook nog fouten zijn gemaakt. Ik zocht en vond… Maar hoe kun je je eigen moeder, wiens gezondheid van kleins af aan door alle kampjaren zo aangetast was, die ondanks alle trauma's en nachtmerries, toch zo'n sterke bijzondere vrouw was, in vredesnaam vertellen, dat ook daar op dat papier in dat grote boek, haar kleine neefje echt in Auschwitz om het leven kwam…? Ik vertelde haar ten slotte alleen maar dat ik mijn opa's vader gevonden had. Ze leek bijna opgelucht te horen, dat ze nu wist waar (Sobibor) en wanneer hij overleden was.
Mijn "vondst" van Berrie heb ik lang verzwegen. Net als toen ik op mijn vijftiende stiekem naar Westerbork ging. Daar wist alleen Ida Vos iets vanaf. Ida, de schrijfster die in mijn jonge jaren zoveel voor mij betekende. Ik verslond al haar boeken over de oorlog, tot ik haar een keer op een kinderboekenbeurs tegenkwam. Ik mocht altijd bij haar op visite komen, haar manuscripten lezen en we praten honderduit. "Ida, ik snap iets niet… Hoe kunnen er bloesemtakken bloeien in Westerbork?". Er was geen vraag waarop zij mij geen aanvaardbaar antwoord geven kon.
Soms denk ik wel eens dat het mijn vader en Ida Vos zijn geweest, die mij geholpen hebben om alle "vreemde" dingen van mijn moeder, noem het "kamptikken" zo u wil, te begrijpen. Echt anders heb ik mijn jeugd nooit ervaren. Ok, ik had bizar weinig familieleden in tegenstelling tot de meeste kinderen op school. En ja, ik voelde eeuwig een strijd in mij, om te vechten tegen onrecht. Met woorden wel te verstaan. Dat alles brandschoon moest zijn, leek logisch en dat je je er bewust van moest zijn dat op een dag alles en iedereen weg kan zijn, maakte mij hooguit tot een zelfstandig mens.
Duitsers haten deed ze nooit. En zelfs de oud-nazi die zij met mij ontmoette in Oostenrijk (ik zal u zijn nare bewoordingen besparen), wist zij van zich af te wimpelen. Mijn grootvader liet me zien dat alles mogelijk is, een positieve levenslustige man, ondanks alles. En al die elementen samen, zijn raar genoeg het geheim achter mijn huidige "succes".
Ik kom nog steeds graag op voor de zogeheten "underdog", onafhankelijk van ras, geloof of wat dan ook. We zijn immers allemaal mensen en haat begrijpen zal ik nooit. Het klinkt wat wrang, maar soms heel even, denk ik wel eens dat ik dankzij dit alles, geworden ben tot wie ik nu ben.
Ja, ik vind het vreemd om hier te schrijven, die nalatenschap draag ik nog wel. Want over je Joods zijn, kun je nu eenmaal beter zwijgen. Althans, waarom was dat ook alweer? Die stelling heb ik gaandeweg voorzichtig van mij afgeworpen. Toch voelt het nog een beetje eng. En dat voor iemand die geen angsten kent, op zichzelf een intrigerend gegeven.
De bekendste markt hier in Amsterdam Oud-West draagt de naam van mijn betovergrootvader van vaders zijde, in de Nieuwe Kerk kreeg hij zelfs in 1923 een gedenksteen. Mijn moeder, die op veel te jonge leeftijd overleed, zal het helaas niet meer mee kunnen maken, maar in stilte vertel ik haar met een glimlach rond mijn hart, dat al haar moeders zusjes (Dormits), haar opa Hartog Hedeman, haar neefjes, haar nichtjes en ja, met name ook Berrie (Bernard Wolf Jules Jacobs) nu eindelijk ook mogen hebben bestaan…
En ik? Ik ben dankbaar bovenal.
Odette Schoonenberg
----------------
Iedereen kan bijdragen aan het Namenmonument. Kies de manier die het beste bij u past.
Bouw mee >>
Je kunt zelf namen kiezen of de computer een naam laten kiezen.
Doneren via naam adoptie >>
- - -
De Holocaust ligt inmiddels ruim 75 jaar achter ons. Toch voelen veel mensen, ook van jongere generaties, nog altijd de gevolgen van die afschuwelijke tijd. De verschrikkingen van de Holocaust en het gemis van familieleden, vrienden en bekenden werken op verschillende manieren door in het leven van velen. In reactie op onze oproep Wat is jouw verhaal? vertellen mensen hier over.
Jouw verhaal delen? >>
- - -
Het slachtofferregister van Oorlogsgravenstichting
(link opent in nieuw venster)
- - -
Digitaal Joods Monument
(link opent in nieuw venster)
- - -