Siny Thuis-Natkiel |
31-01-2014 |
Vanmiddag ontving ik uw oproep deel te nemen aan het holocaust namen monument. Dat heb ik inmiddels gedaan, en de namen van mijn vier grootouders “geadopteerd”.
Dat zijn: Hartog Natkiel en Zientje Natkiel-van Dam (vermoord op 2 april 1943 te Sobibor) van vaderskant en Mozes Hartog Doof en Sara Doof-Reens, (vermoord op 12 februari 1943 in Auschwitz, samen met bijna al hun kinderen), van moederskant.
Mijn ouders en ikzelf overleefden de oorlog via onderduik.
Ik ben geboren op 20 mei 1941 in Zuilen (tegenwoordig Utrecht Noord), dus bijna 73 jaar.
Al snel begrepen mijn ouders dat zij hun (en mijn) leven moesten proberen te redden door onder te duiken. Ik was toen 11 maanden oud. Mijn vader heeft geprobeerd via Frankrijk en Spanje naar Engeland te komen om vandaar mee te helpen met de strijd tegen de moffen. Hij is echter op de demarcatielinie bij Chalons sur Saone opgepakt en heeft daar een halfjaar in (duitse) gevangenschap gezeten. Hij wist toch te ontkomen en vluchtte terug naar Nederland, waar hij onderdook en deelnam aan het verzet.
’s Avonds na spertijd heeft mijn moeder mij, samen met een vriendin, lopend door de stad Utrecht en het Wilhelminapark, naar Kindjeshaven gebracht, een adres dat zij van iemand van het verzet had gekregen.
Ik ben daar opgevangen en ± 3 maanden geweest, waar ik mij natuurlijk niets van herinner.
De Directrice van Kindjeshaven, Geertruida (Truitje) van Lier, runde samen met een vriendin, Jet Berdenis van Berlekom, dit tehuis dat, wrang genoeg, onder de bescherming stond van de SS Orts Commendantur te Utrecht. Het was officieel een tehuis voor kindertjes, geboren uit buitenechtelijke relaties tussen Nederlandse meisjes en duitse (onder)officieren, maar dat was een dekmantel voor de vele Joodse kindertjes die hier werden opgevangen en, via het verzet, naar onderduik adressen werden gebracht.
Als één van de (Joodse) kinderen ziek was, werd de hulp van een bevriende arts, Hans Mayer uit de Bilt, ingeroepen
Hij was de buurman van Jet, en zij wist dat hij te vertrouwen was. Omdat ik zo witblond was, en Hans Mayer nog maar kort getrouwd was met zijn blonde vrouw Nel, vonden Truitje en Jet het een goed idee om te vragen of dit jonge stel mij in hun huis wilden opnemen. En zo gebeurde. Ik verbleef de oorlogsjaren bij deze geweldige mensen, die hiermee een groot risico namen, daar hij als huisarts dagelijks vele mensen (patienten) over de vloer kreeg. Bovendien had hij ook nog verplichte inkwartiering van een duitse officier. Maar ik ben nooit verraden!
Mijn Pleegvader, Hans mayer, heeft in zijn Volkswagen-Kever, vele Joodse kinderen naar goede onderduikadressen kunnen brengen en zo het leven van die kinderen kunnen redden. Vanzelfsprekend heeft hij hiervoor, samen met zijn vrouw Nel (mijn Pleegmoeder tijdens die jaren) de Yad Vashem onderscheiding ontvangen.
Na de oorlog kwamen mijn ouders terug uit de onderduik en hebben mij daar opgehaald (weet ik nog goed, maar niet dat het mijn ouders waren, dat hoorde ik pas maanden later!!!)
Mijn na-oorlogse jaren waren niet gemakkelijk, maar voor mijn ouders, die hun hele familie kwijt waren, nog veel erger.
Ik heb er als kind, weinig van begrepen, er werd niet over gesproken. Lang wist ik niet wat grootouders waren (een opa en een oma, wat zijn dat)? En dan volgde een hartverscheurend huilen, dus vroeg ik niet meer, het was heel erg, begreep ik.
Jaren later kreeg ik een foto van mijn moeder waarop mijn Oma stond, met mij in haar armen, en ze kijkt er zo lief op naar mij, dat was dus mijn Oma. Die foto koester ik!
Ook wist ik niet precies wat Joods was, mijn vader zei dan dat ik er trots op moest zijn, maar waarom, dat snapte ik niet, we kenden verder ook geen Joden! Op twee neefjes na die de verschrikkingen ook via de onderduik hadden overleefd, was de hele familie vermoord!!!
Ik heb mijn hele jeugd een stroeve relatie met mijn moeder (de liefste die er was) gehad. Met mijn vader kon ik het goed vinden.
Pas na het Congres van het ondergedoken kind, waaraan ik heb deelgenomen, hebben we kunnen praten en herstelde deze relatie zich, helaas maar kort, mijn moeder overleed in 1994.
Na de oorlog kregen mijn ouders nog drie dochters. Het contact met hen is moeizaam, er zit een wereldoorlog tussen!
Ik voelde me vaak heel eenzaam en ongekend en vaak zelfs schuldig, dat ik zo verdrietig was, “ik had het toch goed gehad in de oorlog” heb ik vaak moeten horen.
Ik ben op mijn 21e getrouwd met een niet-Joodse man, en kreeg drie zoons. Met hen heb ik ook nooit over de oorlog gesproken, ook ik kon het niet. Het contact met hen is wisselend, soms goed, meestal afstandelijk. Ik heb twee “eigen” kleinkinderen en twee “stiefkleinkinderen”. Ze zijn me allemaal zeer dierbaar, maar ze zijn niet Joods, ik heb niets “door te geven”!
Na een huwelijk van 15 jaar, ben ik gescheiden en ben ik nu bijna 30 jaar geleden hertrouwd.
Ook deze man was niet Joods, maar hij is na een aantal jaren “uitgekomen” en wij zijn nu actieve leden van een fijne Joodse Gemeente (LJG Gelderland)
Dit was, heel kort, mijn verhaal. Natuurlijk heeft zich vaak meer afgespeeld in mijn leven, maar ik ben nu toch redelijk tevreden.
Ik moet het er maar mee doen…
Siny Thuis-Natkiel
TerugJe kunt zelf namen kiezen of de computer een naam laten kiezen.
Doneren via naam adoptie >>
- - -
De Holocaust ligt inmiddels ruim 75 jaar achter ons. Toch voelen veel mensen, ook van jongere generaties, nog altijd de gevolgen van die afschuwelijke tijd. De verschrikkingen van de Holocaust en het gemis van familieleden, vrienden en bekenden werken op verschillende manieren door in het leven van velen. In reactie op onze oproep Wat is jouw verhaal? vertellen mensen hier over.
Jouw verhaal delen? >>
- - -
Het slachtofferregister van Oorlogsgravenstichting
(link opent in nieuw venster)
- - -
Digitaal Joods Monument
(link opent in nieuw venster)
- - -