Uuk Steenhuisen-Tigchelaar |
06-12-2021 |
In 1935, ik was 8 jaar, verhuisden we van Eindhoven naar Leeuwarden. Of eigenlijk naar Huzum, een gehucht dat destijds aan de rand van Leeuwarden lag en nu geheel is ingesloten door de stad. We kwamen in de Vermeerstraat te wonen, op nr.36. Naast ons, op nr.38, woonde de joodse familie van Adelsberg. Dit gezin bestond uit: vader Hartog van Adelsberg (1892), moeder Sientje van Adelsberg-Polak (1892) en hun kinderen Willem Julius (1919), Henny (1922) en Emile (1926). Hun dochter Esther was in 1927 op 6-jarige leeftijd omgekomen bij een ongeluk met een aardappelkar.
Mijn moeder en Sientje konden het van begin af aan prima met elkaar vinden en tot mijn grote vreugde had ik, als enig kind, aan Emile een heerlijk speelvriendje. Hij was een jaar ouder dan ik, en een leuke jongen met een erg donker uiterlijk. Dat staat me nog helder voor ogen.
Mijn vader bewaarde lege sinaasappelkistjes als handig aanmaakhout en Emile en ik hebben ons jarenlang uitgeleefd in het knutselen daarmee. Emile was ongelofelijk handig en maakte onder meer vliegtuigjes met bewegende vleugels en voor mij poppenwiegjes. Daar naaide ik dan met grote steken kussentjes in. Zo hebben we vele middagen doorgebracht. Dat deden we altijd bij ons op zolder, waar we lekker de ruimte hadden en het gezellig was. Van mijn moeder kregen we sinaasappelsap te drinken en ik herinner me nog heel goed dat we er regelmatig fluittonen van vertrekkende treinen hoorden. De Vermeerstraat lag namelijk in de buurt van de treinrails.
Onze buren waren Joods en leefden met hun religieuze tradities. Dat betekende onder meer dat ze op Sjabbat, de wekelijkse rustdag, vanaf de zonsondergang op vrijdagavond geen vuur meer mochten aanmaken. Ze klopten dan bij ons op de deur en mijn moeder ging met hen mee naar hun huis om daar het licht aan te doen en het vuur te ontsteken. En dat betekende: álles wat aangestoken moest worden na zonsondergang. Sientje had al wel voorbereidingen gedaan om te koken, maar het aanmaken van fornuis en petroleumstel deed mijn moeder voor haar. Ik was erbij en gaf mijn ogen goed de kost.
Rondom het uitbreken van de oorlog zijn onze buren verhuisd naar ‘Bij de Put’, vlakbij de markt in het centrum van Leeuwarden. Ze woonden daar samen met een aantal Joodse families, in de hoop iets minder op te vallen dan als enig Joods gezin in een verder Friese, christelijke buurt. Ik miste mijn buurvriendje Emile verschrikkelijk. Tijdenlang ben ik nog wel naar hem toegegaan, lopend of op de fiets, maar het was niet meer de vrolijkheid en gezelligheid van vroeger. Zijn familie was nu veel kleiner behuisd en samen knutselen was er niet meer bij. Bovendien was de sfeer bedrukt. Als kind wist ik niet wat er aan de hand was, maar ik voelde de spanning wel. Op enig moment mocht ik van mijn ouders niet meer naar ‘de Put’. Waarom was mij niet duidelijk; mijn ouders hebben mij nooit iets verteld. Maar ze moeten geweten hebben dat het niet goed was, denk ik. Henny, het oudere zusje van Emile, is de laatste van zijn familie die ik heb gezien. Ze liep aan de overkant van de vaart, zwaaide naar me en riep dat ze nu geen tijd had, maar de volgende keer wilde ze me iets vertellen. Op enig moment hoorden we via via dat de familie in kamp Westerbork zat. We hebben hen nog een paar keer broodbonnen gestuurd. Daarna werd het stil… Mijn moeder heeft later, toen duidelijk werd was er met onze joodse buren (en met zovele andere joodse mede-burgers) was gebeurd, enorme wroeging gehad. Hád ze het maar geweten, dan had Emile makkelijk bij ons ondergebracht kunnen worden, zei ze vaak.
Hartog, Sientje, Henny en Emile zijn op 19 februari 1943 in Auschwitz vermoord. Willem Julius is daar op 30 april 1943 om het leven gebracht. Ze waren respectievelijk 50, 50, 23, 20 en 16 jaar.
Hartog van Adelsberg was handelsreiziger in textiel, Sientje van Adelsberg-Polak was vertegenwoordigster in een damesconfectiebedrijf, Willem Julius handelsreiziger, Henny verkoopster en Emile smid.
Frank Steenhuisen, namens mijn moeder Uuk Steenhuisen-Tigchelaar
----------------
Iedereen kan bijdragen aan het Namenmonument. Kies de manier die het beste bij u past.
Steun ons >>
Je kunt zelf namen kiezen of de computer een naam laten kiezen.
Doneren via naam adoptie >>
- - -
De Holocaust ligt inmiddels ruim 75 jaar achter ons. Toch voelen veel mensen, ook van jongere generaties, nog altijd de gevolgen van die afschuwelijke tijd. De verschrikkingen van de Holocaust en het gemis van familieleden, vrienden en bekenden werken op verschillende manieren door in het leven van velen. In reactie op onze oproep Wat is jouw verhaal? vertellen mensen hier over.
Jouw verhaal delen? >>
- - -
Het slachtofferregister van Oorlogsgravenstichting
(link opent in nieuw venster)
- - -
Digitaal Joods Monument
(link opent in nieuw venster)
- - -