W.H. Sjouwerman-Swagerman |
30-06-2020 |
Rachel (Chelly) Ketellapper
Ik woonde met mijn ouders, zusters en broers, in Amsterdam in de Swammerdamstraat op nummer 41. Mijn vader, Gerrit Swagerman, had een verhuisbedrijf aan huis.
De Swammerdambuurt werd in mijn jeugdjaren lang ingeklemd tussen de, aan de ene zijde, een lange keienweg waar eens spoorrail tracés lagen van het in 1939 gesloopte Weesperpoortstation wat vele jaren later de Wibautstraat zou worden en aan de andere kant de aan de Amstel grenzende Weesperzijde. De enigszins geïsoleerde buurt had daardoor dan ook een wat dorpsachtig karakter, waar behalve wat burenruzietjes en kleine familievetes, nooit iets bijzonder gebeurde.
Het was een gemêleerde kinderrijke buurt met een flink aantal joodse gezinnen die in harmonie met hun medebewoners samenleefden. Eén van die gezinnen, de Ketellappers, woonde boven ons, op 1 hoog. Het gezin bestond uit vader Alexander, moeder Schoontje, dochter Jetje, zoon Marcus en jongste dochter Rachel, met de roepnaam Chelly. Vader Alexander werkte in de confectie en zoon Marcus was leerling kleermaker.
Chelly was niet alleen mijn buurmeisje, maar ook mijn beste vriendinnetje. We waren even oud, we scheelden maar een paar dagen. Chelly zat niet op dezelfde school als ik, maar we speelden vaak samen op straat en kwamen ook bij elkaar over huis.
Nadat in mei 1940 de oorlog uitbrak en Nederland door de Duitsers werd bezet, werden door de bezetters nieuwe wetten ingesteld, die vooral voor de joodse bevolking vele vrijheidsbeperkingen inhielden met ook de verplichting een ster te dragen en later zelfs tot deportaties zouden leiden. Vader Alexander en zoon Marcus, werden bij een razzia in 1942 opgepakt.
Moeder Schoontje Ketellapper moet zich angstig hebben afgevraagd wat er met hen zou zijn gebeurd en waar ze waren. Na verloop van tijd zal langzamerhand bij haar het besef zijn gekomen verder te moeten met een gebroken gezin.
Het moet een zeer moeilijke periode voor het gezin zijn geweest, niet alleen omdat hun dierbaren er niet meer waren, maar ook het gebrek aan een kostwinner en inkomen moet voor de nodige problemen hebben gezorgd. Waarschijnlijk heeft Schoontje Ketellapper, haar oude beroep van naaister toen weer opgepakt om op die manier de kost voor het gezin te verdienen.
Ik was er getuige van dat Schoontje Ketellapper en haar beide dochters, op een late winteravond in 1943 door een overval van de SD werden weggevoerd. De precieze datum weet ik niet meer. Er stonden die avond plotseling veel overvalwagens voor de deur, SD’ers belden bij de Ketellappers aan en gingen met veel kabaal naar boven.
Oudste dochter Jetje was op dat moment beneden bij ons. Toen we gewaar werden wat er boven stond te gebeuren, trachtten we Jetje ervan te weerhouden om zich bij haar moeder en zusje te voegen. Jetje wilde daar geen gehoor aan geven. Er werd op allerlei manieren op haar ingepraat, gesmeekt zelfs. Blijf bij ons, zeiden we. Ga niet terug naar boven, wij zullen voor je zorgen, bij ons ben je veilig. Ook het argument dat Jetje met haar blonde krullen geen joods uiterlijk had, kon haar niet op andere gedachten brengen, ze wilde en kon haar moeder en zusje niet in de steek laten.
Wij bleven verdrietig en verslagen achter nadat Jetje zich bij haar moeder en zusje had gevoegd.
Samen met mijn ouders, zusters Jo, Dien, Elly en broer Arie gingen we naar de kelder, om te kijken door de trottoir-raampjes wat er zich buiten afspeelde, maar het was aardedonker, geen straatverlichting, dus viel er weinig te zien. Later vernamen we dat er buiten de Ketellappers nog meerdere gezinnen waren weggehaald.
Die dag is mij mijn hele leven bijgebleven toen ik mijn beste vriendinnetje Chelly van de ene dag op de andere verloor en nooit meer terug zou zien. Zij en haar familie zijn altijd in mijn gedachten gebleven.
Tastbare herinneringen in de vorm van foto’s, kon ik niet aan het verhaal toevoegen, doordat ze eenvoudig weg niet te vinden waren.
Maar gelukkig staat nu hun bestaan met hun namen in het Holocaust Namen Monument aangegeven.
Vader Alexander Ketellapper overleed, 47 jaar oud op 28 februari 1943 in Auschwitz. Vijf maanden eerder overleed zoon Marcus, 16 jaar, op 30 september 1942, ook in Auschwitz.
Moeder Schoontje Ketellapper, 52 jaar, en dochter Rachel (Chelly) 10 jaar, overleden beiden op 9 april 1943 in Sobibor.
Jetje Ketellapper, 21 jaar, zou op 31 oktober 1943 ook in Sobibor overlijden.
Mevr. W.H. Sjouwerman-Swagerman
----------------
Iedereen kan bijdragen aan het Namenmonument. Kies de manier die het beste bij u past.
Bouw mee >>
Je kunt zelf namen kiezen of de computer een naam laten kiezen.
Doneren via naam adoptie >>
- - -
De Holocaust ligt inmiddels ruim 75 jaar achter ons. Toch voelen veel mensen, ook van jongere generaties, nog altijd de gevolgen van die afschuwelijke tijd. De verschrikkingen van de Holocaust en het gemis van familieleden, vrienden en bekenden werken op verschillende manieren door in het leven van velen. In reactie op onze oproep Wat is jouw verhaal? vertellen mensen hier over.
Jouw verhaal delen? >>
- - -
Het slachtofferregister van Oorlogsgravenstichting
(link opent in nieuw venster)
- - -
Digitaal Joods Monument
(link opent in nieuw venster)
- - -